Podcast over Forint: werken in de Forensische Zorg

In de podcast Vitale Functies van pensioenfonds PFZW gaat Suzanne Spliethoff samen met zorgmedewerkers terug naar indrukwekkende momenten in hun werk. In de nieuwste aflevering van deze podcast zijn René, Raymon en Johan aan het woord. Zij werken bij Forint en vertellen hoe het is om te werken in de forensische zorg. In de podcast staat het verhaal van Ricardo centraal. René, Raymon en Johan vertellen hoe Ricardo door zijn behandelingen in verschillende locaties van de forensische zorg stap voor stap terugkeert naar de maatschappij.

De podcast is te beluisteren via verschillende platforms. Een overzicht vind je hier: https://plnk.to/vitale-functies?to=page. Bijvoorbeeld via Spotify: https://open.spotify.com/episode/5Bh4U5MzEbLc0IKvtgFGmj

“Er rust zo’n stigma op seksueel grensoverschrijdend gedrag”

Henriëtte behandelt zedendaders
Henriëtte (46) was niet zo blij, toen ze in het kader van haar opleidingstraject tot klinisch psycholoog door Lentis bij AFPN geplaatst werd: “Ik wilde werken met mensen met een persoonlijkheidsstoornis. Maar toen ik twee weken bij AFPN zat, wist ik dat ik er wilde blijven. Ook al had ik eerder niet de ambitie gehad om te werken in een forensische setting.”

Wat maakte dat je wilde blijven?
“Ik had tot dan toe bij PsyQ en het Factteam in Winschoten gewerkt. Ik genoot heel erg van het werken in een Factteam – de reuring en het nauwe samenwerken met collega’s – maar wilde ook graag langdurige psychotherapie geven. Beide vond ik bij AFPN. Mijn werkdagen zien er altijd anders uit: het werk vraagt creativiteit, buiten de kaders denken, veel afstemmen met collega’s en ketenpartners. Ik heb de laatste twee jaar van mijn opleiding hier gedaan, heb aangegeven dat ik graag wilde blijven en dat kon gelukkig.”

Wat doe je zoal?
“Ik heb meerdere aandachtsgebieden: seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGG), huiselijk geweld/agressieproblematiek en diagnostiek. Zo ben ik coördinator van de diagnostiek en behandel ik patiënten die huiselijk geweld hebben gepleegd en hun systeem (gezin en soms andere familieleden). Mijn werk bestaat uit het geven van een behandeling aan patiënten, dat kan individueel, in een groep of in het systeem (bijvoorbeeld relatietherapie). Een dag per week geven we een hele dag behandeling aan een groep zedendaders. Ik geef samen met een collega twee onderdelen op die dag, waarbij we nauw afstemmen met collega-behandelaren. Ik ben er trots op dat we bij AFPN zo’n specialistische behandeling voor de drie noordelijke provincies bieden.”

Om wat voor patiënten gaat het?
“Soms komen deze patiënten op vrijwillige basis, bijvoorbeeld via de huisarts. Anderen komen binnen via de reclassering in een verplicht behandelkader. In de groep die dagbehandeling volgt zitten patiënten in verschillende fases van hun behandeling. Soms hebben ze al detentie gehad, soms is er geen sprake van aangifte. Er is voor mensen die een zedendelict hebben gepleegd geen enkele plek waar ze hier open over kunnen praten, behalve bij ons. Er rust zo’n stigma op SGG (seksueel grensoverschrijdend gedrag), ze raken veel kwijt (sociale contacten, contact met familie soms). Hun geïsoleerde bestaan vormt een groot risico op terugval. Het lezen van een proces-verbaal over deze delicten raakt me vaak erg, maar ook raakt me wat deze (meest) mannen allemaal kwijtraken.”

Wat levert dagbehandeling deze patiënten op?
“De patiënten krijgen meer inzicht in de factoren die een rol spelen in hun delictgedrag. Als ze starten met de behandeling bagatelliseren ze hun delict (de ander wilde het ook, etc.). Dit verandert in de loop van de tijd: ze gaan emoties als schuld en pijn voelen ten opzichte van hun slachtoffers. Niet iedereen die zich schuldig maakt aan SGG kan deze behandeling aan. Het vraagt veel van deelnemers.”

Wat komt er nog meer kijken bij je werk?
“Ik werk mee in alle fasen van het behandelproces. We verdelen het werk op basis van expertise en affiniteit. Van veel patiënten ben ik de regiebehandelaar, dus coördineer ik welke behandeling wordt ingezet en stem dat af met de behandelaar en met ketenpartners. Soms doe ik ook zelf een psychotherapeutische behandeling, met name voor patiënten met persoonlijkheidsproblematiek. De eerste stap in zo’n behandeling is om het vertrouwen op te bouwen. Dat is een hele klus, want deze patiënten zitten vaak vol wantrouwen. Je zet dus kleine stapjes en het is een langdurig traject.
Een of twee dagen per week ben ik aanspreekpunt voor het team bij crisissen en met collega’s doe ik de screening van casussen die binnenkomen bij het Lentis aanmeldcentrum en de reclassering.”

Wat geeft jou energie?
“Toen ik bij de AFPN begon twijfelde ik of ik de doelgroep SGG wel wilde, want mijn dochter was toen drie. Maar ik ervaar mijn werk als zinvol, belangrijk en uitdagend: ik haal er veel voldoening uit. We hebben een superleuk team met vernieuwende ideeën. We hebben een hecht team: we zijn altijd beschikbaar voor elkaar om even stoom af te blazen, even mee te kijken. Er wordt veel gelachen, ook tijdens een behandeling. Het is winst als een patiënt moet lachen om zijn eigen eigenaardigheden en zijn manier van reageren.”

Waar ben je trots op?
“Ik ben trots op hoe we met elkaar als team deze moeilijke doelgroep behandelen met een mooi behandelaanbod. We staan open voor nieuwe ontwikkelingen en iedereen heeft een nieuwsgierige houding. Ik vind het mooi om te zien wat voor resultaten we bereiken; een voorbeeld is een patiënt uit de zedengroep die net klaar is met de behandeling, daar maak ik me helemaal geen zorgen meer over als het gaat om risico’s op delictgedrag. Ik kijk nu heel anders naar deze patiënten dan in het begin. Ze zijn veel meer dan hun delict. En ik ben ervan overtuigd dat we nog veel meer kunnen bereiken, als we nog meer samenwerken in de keten.”

Nieuwe handreiking VerlofToetsing voor FPA’s

Verlof is een belangrijk behandelmiddel in de forensische zorg. Een essentieel doel van verlof is dat de patiënt buiten de kliniek oefent met het gedrag wat binnen aangeleerd is. Op die manier wordt er gewerkt aan behandeling en resocialisatie.

GGZ Noord-Holland-Noord, FPA Heiloo en FPA Zuidlaren (Forint) hebben samen gewerkt aan een Handreiking Verlof Toetsing (VT). In dit project is stapsgewijs de verloftoetsing in FPA’s onderzocht en is beoogd om een uniforme en kwalitatief sterke uitvoering van het verlofbeleid binnen FPA’s te bewerkstelligen.

De Handreiking VT biedt een overzicht van de kernelementen in verloftoetsing en doet een voorstel tot uniforme verloftoetsing voor FPA’s. Door het gebruik van de Handreiking VT wordt de communicatie tussen verschillende FPA’s verbeterd. Daarnaast wordt verwacht dat dit zijn doorwerking vindt in communicatie met verwijzers en ketenpartners van FPA’s, zoals tbs-klinieken, PI’s en de reclassering.

De handreiking is te vinden op de website van het programma Kwaliteit Forensische Zorg: https://kfz.nl/projecten/handreiking-voor-verlof-call-2019-118. Ook is op deze website de totstandkoming van de handreiking verder toegelicht.

AFPN Groningen verzorgde workshop tijdens werkconferentie Wvggz

Gisteren was de Werkconferentie Wvggz regio Groningen. Bonnie Ermers en Roberto Murillo Cepeda van de AFPN Groningen gaven samen met wijkagent Siard Heidanus een mooie workshop. Aan de hand van een casus ging de zaal in gesprek over welke partij met welke taak aan zet is. Zo ontstonden er interessante gesprekken over het maken van afwegingen en de consequenties daarvan in het proces op het snijvlak van zorg en veiligheid.

‘We komen ook bij een dakloze patiënt’

Het afgelopen jaar heeft Joshua (32 jaar) bij het regulier ForFACT-team de opleiding tot verpleegkundig specialist GGZ gedaan: “Ik ben er trots op dat ik mijn opleiding op zo’n best lastige werkplek heb kunnen afronden.” ForFACT verleent – vaak ambulant – psychische hulp en behandeling aan zorgmijdende patiënten met een forensisch kader. ForFACT maakt onderdeel uit van AFPN / Forint. Vanaf 1 januari 2023 is Joshua als verpleegkundig specialist en behandelaar aan het werk bij ForFACT Verslaving.

Wat houdt je werk in?
“Ik voer de regie in de zorg voor patiënten, dat wil zeggen ik zet samen met de patiënt en de casemanager de behandeling uit en maak het behandelplan. De casemanager voert in principe het behandelplan uit en ik ondersteun daarbij. Verder regel ik voor de patiënt de medicatie en behandelingen zoals EMDR en cgt (cognitieve gedragstherapie). En ik zorg ervoor dat een patiënt kan functioneren, dat hij om kan gaan met zijn problemen in zijn dagelijks leven. Natuurlijk met in het achterhoofd dat zijn risico op delictgedrag zo laag mogelijk moet worden. Om de patiënt te helpen van zijn verslaving af te komen werken we met motiverende gespreksvoering, cognitieve gedragstherapie en farmacotherapie. Ook betrekken we het netwerk van de patiënt bij deze behandeling. We stemmen veel af met ketenpartners zoals VNN (Verslavingszorg Noord Nederland), soms wordt een patiënt korte tijd bij hen opgenomen.”

Hoe ziet je dag eruit?
“We beginnen ’s ochtends met alle teamleden bij het FACT-bord, een digitaal bord waarop we patiënten monitoren met wie het niet goed gaat of die aandacht nodig hebben (bijvoorbeeld bij een life event zoals een overlijden in naaste kring). We bespreken de patiënten en spreken af wat er gedaan moet worden en door wie. Sommige patiënten hebben depotmedicatie nodig, sommige komen hier op afspraak, anderen bezoeken we. Onze patiënten zitten overal in de provincie Groningen. Met name de case managers leggen behoorlijke afstanden af. We schatten in of we alleen of met z’n tweeën naar een patiënt gaan. Ik ga regelmatig mee. Denken we dat een patiënt een hoog risico vormt – bijvoorbeeld als we een vervelende mededeling moeten doen zoals het aanzeggen van een zorgmachtiging – dan vragen we om ondersteuning van de politie. Want veiligheid staat voorop in ons werk. Kan de politie die niet leveren, dan kunnen we niet naar zo’n patiënt toe. Dat is wel wrang.”

Om wat voor patiënten gaat het?
“Het is een hoogcomplexe doelgroep, ze hebben meerdere problemen (naast een verslaving psychiatrische problematiek, een forensisch kader en soms nog een LVB (licht verstandelijke beperking)). Het doel is altijd het verminderen van het delictrisico. Is het delictrisico laag geworden, dan gaat de patiënt over van forensisch kader naar een reguliere psychische behandeling, als dat nog nodig is. Het is trouwens lastig om patiënten naar een reguliere setting overgeplaatst te krijgen, en niet alleen omdat ketenpartners vaak het vooroordeel hebben dat een patiënt met een forensisch kader altijd (delict)gevaarlijk blijft.”

Hoe ervaar je je werk?
“Ik ben erg enthousiast over mijn werk, vooral vanwege de soepele samenwerking en afstemming met collega’s. Juist in dit ambulante werk is het hard nodig om veel af te stemmen, stoom af te blazen, even sparren, elkaar ondersteunen. Ik vind dat hoogcomplexe van patiënten juist enorm boeiend, het is een puzzel om een behandeling van zo’n patiënt goed neer te zetten. Het ambulante aspect geeft veel afwisseling in het werk. Kom je bij een patiënt thuis, dan ben je in de rol van gast en is de patiënt gastheer. Je past je aan, hebt te maken met huisdieren, buren, familieleden, etc. We hadden zelfs een patiënt zonder dak boven zijn hoofd. Hij sliep ergens in de bosjes, daar kwamen we hem bezoeken en op het terras van een café, waar hij zat als het terras gesloten was.”

Hoe is het werk- en leerklimaat bij AFPN?
“Mijn werkbegeleiders Judith en Bonnie hebben tijdens mijn opleiding veel met me gespard, me de problematiek van patiënten laten zien en me kritisch en goed gevolgd. Het leerklimaat is heel fijn hier. Je moet begrijpen dat als je alles alleen doet, dat je dan een tunnelvisie kunt krijgen. Je moet juist meerdere visies naast elkaar leggen om recht te doen aan de patiënt. Ik vind de collegialiteit hier geweldig, de bereidheid om elkaar te helpen, niet alleen als iemand erom vraagt. We spreken elkaar ook aan, als we denken dat iets anders kan. Vanwege deze hoogcomplexe doelgroep is samenwerking en elkaar ondersteunen heel belangrijk. Je kunt het niet alleen, je kunt niet op je eigen eiland werken. Binnen AFPN wordt niet vanuit een hiërarchie gewerkt. Iedereen is in de basis gelijk en even benaderbaar.”

Waar ben je trots op?
“Ik ben trots op de hoge kwaliteit van zorg die we als team neerzetten en op de goede afstemming en samenwerking. We krijgen daar ook complimenten voor van andere onderdelen van de organisatie. Anderen vragen ons of ze mee mogen kijken hoe wij het doen. Zo zijn we vanuit Noorwegen gevraagd om te adviseren bij de opzet van een forensisch FACT-team. En ik ben er trots op dat ik op zo’n lastige werkplek mijn opleiding goed heb kunnen afronden. Ik heb zoveel geleerd dat ik met veel vertrouwen mijn werk als behandelaar kan neerzetten.”

Op weg naar een gezonde leefstijl in BWF Beijum

Laura (35) en Robert  (46) zijn woonbegeleiders bij Beschermd Wonen Forint in Beijum. Hun eigen gezonde leefstijl bracht hen ertoe om cliënten hier ook warm voor te maken. Lees hoe zij bezig zijn met toewerken naar een gezonde leefstijl.

Beschermd Wonen Forint
Beschermd Wonen Forint is gevestigd in drie geschakelde woonhuizen plus een satellietwoning in Beijum. Hier verblijven 17 forensisch psychiatrische cliënten. Ze werken eraan om op termijn weer veilig en verantwoord zelfstandig deel te nemen aan de samenleving. Woonbegeleiders ondersteunen en begeleiden hen daarbij.

De aanleiding om met gezonde leefstijl te starten
Laura: “Ik sport zelf 4 à 5 keer in de week en ben gewend om gezond te eten. Het ging steeds meer wringen om te zien dat cliënten meestal kiezen voor een snelle en gemakkelijke hap: ze zijn zelf verantwoordelijk voor hun voeding. Ze doen zelf boodschappen van het voedingsgeld dat ze wekelijks krijgen en koken zelf. Maar ze pakken vaak even de airfryer en sommige cliënten denken dat een pizza gezond is omdat er groenten op zitten. Over het algemeen hebben ze weinig kennis van wat een gezonde leefstijl inhoudt.” Robert: “Het merendeel van de cliënten is zwaarlijvig. Ze zijn niet gewend om te bewegen.”

Corona bracht kansen
Laura: “We waren al bezig om samen met cliënten naar de sportschool te gaan. Tijdens de coronajaren waren de sportscholen en de dagbesteding gesloten en zaten ze allemaal thuis. We hebben toen een volleybalnet aangeschaft en gaven circuittraining: zo kregen we de mannen aan het bewegen. De een was nog enthousiaster dan de ander. Zelfs oud-bewoners kwam apart weer naar de BW toe om mee te doen. Ook wij als begeleiding deden met de cliënten mee. Verder speelden we bewegingsbingo, waarbij ieder nummer dat getrokken werd stond voor een oefening, die je dan ter plekke moest doen.”

Ook individuele begeleiding naar een gezonde leefstijl
Robert: “We gingen ook individueel met cliënten aan het werk, bijvoorbeeld met een cliënt met diabetes en overgewicht. We spraken met hem over zijn voeding om hem bewust te maken van de invloed van voeding op zijn diabetes. We legden uit hoeveel suiker er in een product zat door een stapel suikerklontjes neer te leggen. Dat kwam binnen. Ook probeerden we hem in beweging te krijgen door samen met hem te gaan fietsen. We werkten ook aan zijn persoonlijke ontwikkeling. Inmiddels is hij 15 kilo kwijt en van zijn kortdurende insuline af. Zijn voedingspatroon is van slecht opgeschoven naar matig en dat is al winst.”

Project studenten Hanzehogeschool
Laura: “We hebben op dit moment een groep studenten van de Hanzehogeschool die een minor Leefstijl doen. Zij komen hier regelmatig voor hun prakticumdeel om met cliënten bezig te zijn met een gezonde leefstijl: ze meten het BMI van een cliënt, maken samen met hem een voedingsschema, leren hem wat gezonde snacks zijn, etc. Het moet ook leuk blijven en niet gedwongen, dan komt het niet aan. Zo doen de studenten ook spelletjes met de cliënten, vertellen ze over dag- en nachtritme, voldoende slaap, etc.”

Een omslag bereiken
Laura: “We bedenken steeds meer, zo geven we voedingsadvies en advies op het gebied van bewegen en fitness. Het hielp ook dat we een weegschaal hier op de gang hebben neergezet. Merken we dat een cliënt meerdere keren per week pizza eet of maaltijden bestelt, dan gaat zijn persoonlijk begeleider daarover met hem in gesprek. Er is een collega die samen met cliënten kookt, soms sluiten er wel 4 tot 6 cliënten aan om mee te doen en mee te eten.”
Robert: “We zijn goed op weg, maar willen het nog wat meer structureren door middel van een weekprogramma. Zo willen we een trainingsgroep starten voor deelname aan de 4Mijl. En we krijgen een fitnesspas, waarop je met 2 personen kunt gaan sporten. Het is belangrijk dat ze een sport kiezen die ze leuk vinden, dan houden ze het ook beter vol. Met die pas kan een cliënt dus samen met een van ons gaan. Dan sport je samen net zolang tot de cliënt het alleen kan. Onze kracht ligt in participeren, het samen met de cliënt doen. Gelukkig is iedereen in ons team wel sportminded. Dit helpt allemaal om bij onze cliënten de omslag teweeg te brengen naar een wat gezondere leefstijl.”

 

Tbs-systeem zit muurvast: ‘Elke bezemkast omgebouwd’ | Interview met Harry Beintema

Het aantal wachten op een plek in een tbs-kliniek is in twee jaar tijd ruim verdubbeld. Op dit moment wachten zo’n 106 patiënten in de gevangenis op een plek in een tbs-kliniek. De zogenoemde patiënten. Eén van de redenen van deze wachtlijst is dat patiënten na hun behandeling moeilijk kunnen terugkeren naar de maatschappij. Naar bijvoorbeeld een zelfstandige woning of een beschermd woonlocatie. De knelpunten in de in- en doorstroom zorgen voor druk op de capaciteit van de forensisch psychiatrische centra (FPC’s) en forensisch psychiatrische klinieken (FPK’s) in Nederland.

Interviews NOS over thema capaciteit tbs

Over dit thema heeft Harry Beintema, raad van bestuur FPC Dr. S. van Mesdag en voorzitter inhoudelijk overleg TBS Nederland, interviews gegeven aan de NOS. Lees, kijk of luister de interviews terug op verschillende websites:

Artikel website NOS
Interview NOS Journaal – vanaf 17.37 minuten
Interview NOS Radio 1 Nieuws & Co

Meer aandacht voor dit onderwerp

Publicatie RTV Noord

Week van de vaktherapie – Psychomotorische therapie bij de FPA

PMT kan de luikjes opendoen bij een patiënt

Van 14 t/m 20 november 2022 is het de week van de vaktherapie. Bij Forint werken verschillende psychomotorisch therapeuten, onder wie Ricardo.

Ricardo (34 jaar) werkt drie dagen per week als psychomotorisch therapeut (PMT) bij de FPA (Forensisch Psychiatrische Afdeling) in Zuidlaren. Op de FPA verblijven patiënten met complexe psychiatrische stoornissen die met justitie in aanraking zijn gekomen of dreigen te komen. Daarnaast heeft Ricardo een eigen PMT-praktijk voor kinderen in de basisschoolleeftijd. FPA is een onderdeel van Forint.Wat is psychomotorische therapie?

Wat is psychomotorische therapie?

“Het is een ervaringsgerichte, lichaamsgerichte therapie, waarin patiënten zich bewust worden van hun gevoel, hun denken en hun handelen. Als psychomotorisch therapeut laat je de patiënt zijn problematiek ervaren, veranderen en verwerken of accepteren. Bijvoorbeeld een patiënt die heel druk in zijn hoofd is, probeer je door middel van oefeningen hiermee te leren omgaan. Je herhaalt in verschillende oefeningen steeds waar iemand tegenaan loopt, laat hem dat ervaren. Herkent hij dan zijn valkuil, dan kijken we welk gedrag hij laat zien, waar hij grenzen overgaat en de controle verliest en hoe hij zijn gedrag kan ombuigen. Patiënten gebruiken bij PMT hun lijf om denkwijzen, gevoelens en gedrag bij zichzelf te herkennen. Je probeert de koppeling te maken dat ze het daarna ook toepassen buiten de oefenzaal. Heeft de patiënt eenmaal die bewustwording bereikt, dan ga je werken aan hoe hij ander gedrag kan laten zien.”

Om wat voor patiënten gaat het?

“Bij de forensische doelgroep gaat het om mensen die vaak veel hebben meegemaakt, al vanaf hun kindertijd. Patiënten hebben vaak een slechte start gehad en hebben problemen op allerlei vlakken. Ze uiten hun problemen in bijvoorbeeld agressie of middelengebruik Tijdens de lichamelijke oefeningen zet je bijvoorbeeld iemand onder druk om te zien hoe hij zich gedraagt. Tijdens de oefening ervaart en herkent de patiënt zijn eigen gevoel en gedachten die leiden tot zijn gedrag. Je blijft steeds opnieuw druk geven om te kijken of die patiënt ook ander gedrag kan vertonen, zijn grenzen gaat aangeven, niet boos worden. De allermoeilijkste stap is voor een patiënt om zijn primaire manier van reageren te veranderen. Want probeer gedragspatronen die zich in je kindertijd hebben gevormd maar eens te veranderen!”

Wat voor soort oefeningen doe je bij PMT?

“We hebben een rugzak vol lichamelijke oefeningen. Iemand hoeft niet sportief te zijn om PMT te kunnen doen. Een voorbeeld is dat de patiënt met zijn ogen dicht tegenover de therapeut staat die hem onaangekondigd een basketbal toegooit die hij moet vangen. Hier spelen gevoelens van spanning en angst, vertrouwen, niet zelf de controle hebben. Je kunt als therapeut deze oefening uitbreiden door steeds verder te gaan staan, waardoor de situatie voor de patiënt spannender wordt. Als therapeut zie je goed aan de patiënt wat het met hem doet. Vervolgens ga je met hem in gesprek over wat het doet in zijn lijf, wat hij voelt en hoe hij reageerde.”

Wat is er zo mooi aan je vak?

“PMT kan de luikjes opendoen bij een patiënt. Ik ben altijd heel nieuwsgierig naar het waarom, waarom een patiënt zich gedraagt zoals hij doet, wat ligt eraan ten grondslag? Dat komt omdat ik ook met kinderen werk, ik zie parallellen. Iedereen heeft zijn eigen verhaal, vaak heftig en ik vind het mooi dat boven tafel te krijgen. Ik sta binnen de FPA anders tegenover een patiënt dan een behandelaar of agoog. Ik voer geen kamercontrole uit en ga niet over een verlofaanvraag. Ik kan vragen wat ik wil en ik ben er voor de patiënt om naast hem te staan en hem te helpen. Ik stel me neutraal op en oordeel niet. Een mooi voorbeeld is een patiënt met PTSS die verward en overprikkeld was. Hij kon zijn spanning niet reguleren. Ik ben met hem gaan boksen en heb hem letterlijk in de hoek gedreven. Hij bleef als een dolle stier stoten uitdelen op het stootkussen en merkte zelf dat hij er niet uit kon. Toen ik de oefening stopte, keek hij me aan en zei: “Nu snap ik het!” Vanaf dat moment konden we oefenen met het zelf aangeven van zijn grenzen. Zo’n direct inzicht krijg je door middel van gesprekken niet voor elkaar. Je lichaam liegt niet. Dat is het mooie van PMT.”

Hanneke Lens stopt als directeur Forint

Per 1 februari 2023 treedt Hanneke Lens, voorzitter van de raad van bestuur, na vijf jaar uit dienst van Stichting FPC Dr. S. van Mesdag. Daarnaast stopt Hanneke Lens als directeur a.i. bij Forint. Hanneke beschouwt met deze termijn haar opdracht als afgerond en zal na een zorgvuldige overdracht eind november haar taken neerleggen bij Van Mesdag en Forint.

De raad van toezicht is Hanneke Lens erkentelijk voor haar bijdrage aan de resultaten van Van Mesdag: haar gedegen kennis op het gebied van financiën, ICT en vastgoed hebben geleid tot grote resultaten. Haar inzet en betrokkenheid bij de professionalisering van beleid en bedrijfsvoering van de organisatie zijn door velen zeer gewaardeerd. Onder haar leiding is Van Mesdag bestuurlijk verzelfstandigd en zijn forse stappen gezet rondom de inrichting van de forensische keten en op het complexe vastgoeddossier.

Hanneke ziet uit naar een nieuwe uitdaging. De raad van toezicht en haar collega in de raad van bestuur, Harry Beintema, begrijpen dat en gunnen haar dit zeer. Hanneke: ‘Ik vind Van Mesdag en Forint unieke organisaties. We weten dat het forensisch werkveld altijd zeer intensief en vol uitdagingen zal blijven, zo heb ik het de afgelopen jaren ook beleefd. Ik zal daarom met bewondering terugkijken naar de betrokkenheid waarmee alle collega’s hun werk weten te doen.’

De raad van toezicht is zich aan het beraden over haar opvolging.

Bezoek burgemeesterskring Groningen aan FPC Dr. S. van Mesdag & Forint

Vrijdag 1 juli 2022 brachten de burgemeesters, samen met de dijkgraaf , de commissaris van de koning en de officier van justitie uit de provincie Groningen een bezoek aan FPC Dr. S. van Mesdag en Forint. Het bezoek was in het kader van het thema ‘Zorg en veiligheid’. Tijdens het programma zijn meerdere onderwerpen besproken en was er een rondleiding door de TBS-kliniek.

Ontwikkelingen en knelpunten in de forensische zorg

Harry Beintema, lid raad van bestuur FPC Dr. S. van Mesdag en directeur van Forint, is met de burgemeesterskring in gesprek geweest over het verschil tussen GGZ en forensische zorg, relevante wetgeving, ontwikkelingen en knelpunten binnen de forensische zorg (inclusief TBS). De juiste zorg op de juiste plek stond in dit gesprek centraal.

Behandeling van patiënten binnen de forensische zorg

Hanneke Kooi, psychiater en manager inhoudelijke zaken Forint, heeft gesproken over forensisch behandelen, de verschillende fases waarin een patiënt zorg kan ontvangen bij Forint. Daarnaast heeft Hanneke Kooi een toelichting gegeven op de verschillende fases van verlof en welke voorwaarden daarbij horen.

Belangrijk onderwerp om onder de aandacht te brengen

Harry Beintema: ‘Het was een zeer waardevolle bijeenkomst. Het is van groot belang om de bijdrage van forensische zorg aan de veiligheid van de samenleving onder de aandacht van de burgemeesters te brengen. En daarbij duidelijk te maken hoe belangrijk behandeling, resocialisatie en uiteindelijk een woonplek zijn om delicten te voorkomen. Daarnaast is het belangrijk om samen met Lentis duidelijk te maken welke ontwikkelingen en knelpunten er zijn en vraagstukken we als forensische zorg of reguliere GGZ wel en niet kunnen oplossen.‘