Week van de vaktherapie – Psychomotorische therapie bij de FPA

PMT kan de luikjes opendoen bij een patiënt

Van 14 t/m 20 november 2022 is het de week van de vaktherapie. Bij Forint werken verschillende psychomotorisch therapeuten, onder wie Ricardo.

Ricardo (34 jaar) werkt drie dagen per week als psychomotorisch therapeut (PMT) bij de FPA (Forensisch Psychiatrische Afdeling) in Zuidlaren. Op de FPA verblijven patiënten met complexe psychiatrische stoornissen die met justitie in aanraking zijn gekomen of dreigen te komen. Daarnaast heeft Ricardo een eigen PMT-praktijk voor kinderen in de basisschoolleeftijd. FPA is een onderdeel van Forint.Wat is psychomotorische therapie?

Wat is psychomotorische therapie?

“Het is een ervaringsgerichte, lichaamsgerichte therapie, waarin patiënten zich bewust worden van hun gevoel, hun denken en hun handelen. Als psychomotorisch therapeut laat je de patiënt zijn problematiek ervaren, veranderen en verwerken of accepteren. Bijvoorbeeld een patiënt die heel druk in zijn hoofd is, probeer je door middel van oefeningen hiermee te leren omgaan. Je herhaalt in verschillende oefeningen steeds waar iemand tegenaan loopt, laat hem dat ervaren. Herkent hij dan zijn valkuil, dan kijken we welk gedrag hij laat zien, waar hij grenzen overgaat en de controle verliest en hoe hij zijn gedrag kan ombuigen. Patiënten gebruiken bij PMT hun lijf om denkwijzen, gevoelens en gedrag bij zichzelf te herkennen. Je probeert de koppeling te maken dat ze het daarna ook toepassen buiten de oefenzaal. Heeft de patiënt eenmaal die bewustwording bereikt, dan ga je werken aan hoe hij ander gedrag kan laten zien.”

Om wat voor patiënten gaat het?

“Bij de forensische doelgroep gaat het om mensen die vaak veel hebben meegemaakt, al vanaf hun kindertijd. Patiënten hebben vaak een slechte start gehad en hebben problemen op allerlei vlakken. Ze uiten hun problemen in bijvoorbeeld agressie of middelengebruik Tijdens de lichamelijke oefeningen zet je bijvoorbeeld iemand onder druk om te zien hoe hij zich gedraagt. Tijdens de oefening ervaart en herkent de patiënt zijn eigen gevoel en gedachten die leiden tot zijn gedrag. Je blijft steeds opnieuw druk geven om te kijken of die patiënt ook ander gedrag kan vertonen, zijn grenzen gaat aangeven, niet boos worden. De allermoeilijkste stap is voor een patiënt om zijn primaire manier van reageren te veranderen. Want probeer gedragspatronen die zich in je kindertijd hebben gevormd maar eens te veranderen!”

Wat voor soort oefeningen doe je bij PMT?

“We hebben een rugzak vol lichamelijke oefeningen. Iemand hoeft niet sportief te zijn om PMT te kunnen doen. Een voorbeeld is dat de patiënt met zijn ogen dicht tegenover de therapeut staat die hem onaangekondigd een basketbal toegooit die hij moet vangen. Hier spelen gevoelens van spanning en angst, vertrouwen, niet zelf de controle hebben. Je kunt als therapeut deze oefening uitbreiden door steeds verder te gaan staan, waardoor de situatie voor de patiënt spannender wordt. Als therapeut zie je goed aan de patiënt wat het met hem doet. Vervolgens ga je met hem in gesprek over wat het doet in zijn lijf, wat hij voelt en hoe hij reageerde.”

Wat is er zo mooi aan je vak?

“PMT kan de luikjes opendoen bij een patiënt. Ik ben altijd heel nieuwsgierig naar het waarom, waarom een patiënt zich gedraagt zoals hij doet, wat ligt eraan ten grondslag? Dat komt omdat ik ook met kinderen werk, ik zie parallellen. Iedereen heeft zijn eigen verhaal, vaak heftig en ik vind het mooi dat boven tafel te krijgen. Ik sta binnen de FPA anders tegenover een patiënt dan een behandelaar of agoog. Ik voer geen kamercontrole uit en ga niet over een verlofaanvraag. Ik kan vragen wat ik wil en ik ben er voor de patiënt om naast hem te staan en hem te helpen. Ik stel me neutraal op en oordeel niet. Een mooi voorbeeld is een patiënt met PTSS die verward en overprikkeld was. Hij kon zijn spanning niet reguleren. Ik ben met hem gaan boksen en heb hem letterlijk in de hoek gedreven. Hij bleef als een dolle stier stoten uitdelen op het stootkussen en merkte zelf dat hij er niet uit kon. Toen ik de oefening stopte, keek hij me aan en zei: “Nu snap ik het!” Vanaf dat moment konden we oefenen met het zelf aangeven van zijn grenzen. Zo’n direct inzicht krijg je door middel van gesprekken niet voor elkaar. Je lichaam liegt niet. Dat is het mooie van PMT.”